Banner

site-logo-2g

home3 bb Nieuws


Blog
Autoriteit

Geschreven door Paul Verhaeghe
Uitgeverij: Bezige Bij

Met mijn ouder worden, zie ik steeds jongere types die het gezag van Nederland vertegenwoordigen. Ik betrap me dan soms op vooroordelen en heb moeite om ze te zien als gezagsdragers. Ze hebben wel autoriteit, want ze zitten bijvoorbeeld in het kabinet. Dat betekent dan dat aan hen autoriteit is verleend. Ze zijn benoemd door de Koning. En onze Koning vraagt in zijn troonrede God’s zegen voor de regering. Een stevige basis voor de verankering van autoriteit van ons Nederlandse bestuur. Paul Verhaeghe zegt : “de bron van autoriteit ligt buiten de persoon”. Hij pleit in zijn boek voor de herovering van de politiek door de burger.

Hij gaat diep in op het begrip autoriteit. Ik heb voor ons (leden van Ambtenaar 2.0 en mijzelf) dit boek vandaag gelezen. Want ik besef maar al te goed dat het broeit in bestuurlijk Nederland en dat zoiets in dit netwerk openlijk opgemerkt mag worden. Eén van de taken van ambtenaren is namelijk voor het kabinet bijhouden wat in onze samenleving gaande is. De roep om een andere democratie zwelt aan. Paul Verhaeghe levert met zijn boek een bijdrage aan de oplossing en schaart zich daarmee in één rij met onder meer de in dit netwerk welbekende David van Reijbroeck.

Sinds de meest recente algemene beschouwingen begrijp ik dat bij sommige politieke partijen die roep om een andere politiek geland is tot in het besef dat de politiek meer gericht moet zijn op het vinden van oplossingen.

De democratie is mij een groot goed. Als burger zou ik niet zo goed een ander en beter staatsbestel kunnen bedenken. Wat mij betreft moet de parlementaire representatieve democratie ook blijven. Maar, zo merkt Paul Verhaeghe op, waar een gebrek is aan autoriteit, ligt de omslag naar pure machtsuitoefening op de loer. Hij waarschuwt voor de inwisseling van autoriteit door macht met als gevolg een totalitaire staat. Hij waarschuwt ook voor een technocratie.

De schrijver is sociaal psycholoog. Hij werkt het begrip autoriteit uit en schetst onder meer ontwik­kelingen in de loop van de geschiedenis rond dat fenomeen. Hij geeft op die ontwikkelingen commentaar vanuit zijn deskundigheid en schetst de huidige realiteit in onze samenleving. Op meerdere gebieden in de samenleving boet de betekenis van autoriteit in. Dat heeft onder meer tot gevolg terreur van kinderen in de opvoeding, een gebrek aan discipline bij kinderen, gezagsproblemen in het onderwijs, professoren die hun geluidsversterking harder moeten zetten omdat de studenten er doorheen praten, burgers die politici niet meer op hun woord geloven. Kortom, zo wordt besturen steeds lastiger.

Hij breekt met de “hoopvolle verwachting” (blz. 131) dat een toename van vrouwen op leidinggevende posities een garantie is voor een betere maatschappij. Hun persoonlijkheidskenmerken uiten zich eerder beïnvloed door patriarchale waarden dan dat die kenmerken de sámenleving positief beïnvloeden.

De auteur gaat vanuit het begrip autoriteit in op de opvoeding, op management en op bestuur. Ik vind dat hij in dit boek met zevenmijlslaarsen aan door de opvoeding dendert. Hij had in een eerder boek al aandacht besteed aan identiteit, maar het proces van identificatie miste ik in zijn behandeling van dit begrip. Kinderen hebben tot een bepaalde leeftijd een belangrijke ander nodig als identificatiefiguur. Wanneer hij dan spreekt over “opvoeding door de groep” miste ik die nuancering. Pubers beginnen hun identificatie te zoeken buiten het gezin of buiten de groep van hun opvoeders. Op dat moment gaat mijns inziens zijn redenering wel weer op.

Voor Ambtenaar 2.0 is zijn oplossingsrichting interessant. Paul Verhaeghe pleit voor de horizontaal georganiseerde autoriteit. Hij stelt dat een groep zeer goed in staat is om steeds weer opnieuw kennis te verwerven en keuzes te maken in het belang van de gemeenschap. Horizontale autoriteit moet dan weer wel aan drie voorwaarden voldoen. (bladzijde 113)

Conclusie
Dit boek is zeer de moeite waard voor iedereen die zijn/haar hoofd breekt over de democratie van de toekomst. Steeds zal het gaan om de vraag hoe burgers in staat te stellen een bijdrage van formaat te leveren aan het op democratische wijze nemen van beslissingen. Hij noemt in dat licht James Fishkin en diens introductie van deliberatieve raadplegingen. Ik zet in dat licht vraagtekens bij geheime stemmingen. (bladzijde 214) Dat zou een vreemde figuur zijn in het licht van onze democratie. Democratisch meebeslissen betekent wat mij betreft ook verantwoording moeten afleggen en aangesproken kunnen worden. Wel vind ik het aspect van informeren en vragen stellen een groot goed. Meningen kunnen altijd veranderen door de informatie die mensen verzamelen. In onze democratie mogen we ons dat grondig bewust zijn.

“Autoriteit” van Paul Verhaeghe is in mijn beleving waard om te lezen. In een dag had ik met dit begrip een wereld van verschil voor ogen. Want ik zou het erg vinden wanneer onze democratie zou veranderen in een totalitaire staat, in een dictatuur. Ik ben en blijf een voorstander van het benutten van de intelligentie van onze volksvertegenwoordigers. Dat is wat mij betreft een andere vertoning dan die van de meest recente Algemene Beschouwingen. Daarmee kalft de autoriteit van onze Tweede Kamer alleen maar af.

Hoewel ik mij zeker voel over mijn schrijfvaardigheden, ben ik supertrots op de erkenning die ik op dit artikel kreeg van de schrijver van dit boek: Paul Verhaeghe

 
Netwerkactie

Netwerkactie: Notutekst is een professional in verslag leggen en in het schrijven van informatieve teksten. De eigenaar heeft succesvol deelgenomen aan een aanbesteding op de corebusiness van de overheid. Hij komt graag in contact met professionals die hem op weg kunnen helpen naar een volgende onderhandse enkelvoudige aanbesteding. Hij is te bereiken onder nummer 030-2991730.

 
Verslaglegging voor de overheid in lastige tijden

Steeds vaker hoor ik geluiden over het einde der tijden voor notulisten/verslagleggers. Als het dan gaat om de overheid die belang heeft bij verslaglegging, vind ik die geluiden bizar. “Verslagleggen is een uitstervend vak”, hoor ik functionarissen zeggen die er over gaan. Zij zeggen dat de automatisering het gaat overnemen. De verwachting is gewekt dat het politieke bedrijf zich steeds vaker zal verlaten op videoregistraties.

Technisch is het bovendien mogelijk om het gesproken woord via digitale processen direct om te zetten in geschreven tekst. Zo bestaat het dat verslagleggers er steeds minder toe lijken te doen. Als professional leg ik mij daar niet direct bij neer. In dit artikel leg ik uit waarom.

Het belang van verslaglegging voor de overheid
Voor de overheid is verslaglegging niet alleen om praktische redenen van belang, maar ook om formele redenen. Soms is de verslaglegging opgenomen in de wet; de gemeentewet bijvoorbeeld. Zie deze blog van mij. Verslaglegging is van belang voor het bijhouden van de voortgang, voor het vasthouden van politieke processen, voor de continuïteit van bestuur, voor eventuele beslechting van geschillen, voor het formaliseren van besluiten, voor het geheugen van het bestuur, voor het evalueren van besluitvormingsprocessen, voor bewijsvoering, et cetera.

Verslagleggen is bovendien meer dan alleen opschrijven wat gezegd is. In politieke vergaderingen komt het bijvoorbeeld regelmatig voor dat een politicus hetzelfde in tweede instantie anders verwoordt. Ik kies dan steevast de tweede formulering omdat ik herhalingen wil voorkomen en omdat ik mij kan indenken dat de spreker tijdens het spreken tot het inzicht kwam dat hij de tweede formulering gelukkiger vond. Bovendien is het mogelijk met de eindredactie bloopers uit de tekst te houden – het gaat toch steeds om de essentie van wat een spreker heeft gezegd en niet om de bloopers.

De technische mogelijkheden en de stand der techniek
Voor het omzetten van gesproken tekst naar geschreven tekst zijn diverse technieken op de markt. Die technieken worden steeds beter maar worden nooit perfect. Er zal altijd iemand moeten zijn die de eindredactie doet omdat in de tekst altijd de interpunctie ontbreekt. Om de tekst te kunnen omzetten moeten de sprekers bijna onnatuurlijk duidelijk articulerend praten. Dat worden dus vreemde vertoningen als het gaat om politieke vergaderingen. Bovendien is er geen systeem dat foutloos werkt. Het zal dus altijd nodig zijn om de tekst na te lopen op missers in de automatische omzetting. Want wanneer iemand “natie” bedoelt, kan de taalgevoelige (klankgevoelige) software zomaar “nazi” opschrijven.

Daarnaast is gesproken tekst nooit hetzelfde als geschreven tekst. Vaak is het mogelijk in schrijftaal hetzelfde korter te formuleren. Voor het omzetten van gesproken tekst in schrijftaal, zijn ge­schreven en ongeschreven regels. Het is ondoenlijk die via een automatiseringsproces te verwerken. Bovendien wil de eigenaar van het gesproken woord niet altijd dat 100% van zoals hij zijn gedachten heeft verwoord, wordt weergegeven op schrift. Altijd zal iemand nodig zijn die door de tekst heen gaat om versprekingen er uit te halen en inhoud die de inbreng van de spreker onhelder zou maken.

Videoregistraties
Die kunnen geschreven verslagen nooit vervangen. Zo snel als het mogelijk is door een geschreven tekst te gaan, zo snel lukt dat nooit in een video. Bovendien is het een traag gebeuren om door een video heen te bladeren. Bovendien is het nog maar de vraag of de bestuursrechter videoregistraties accepteert als materiaal waarmee uitspraken worden aangetoond. Er is ook techniek op de markt om mensen iets anders te laten zeggen in video’s dan feitelijk gezegd is. Bovendien tonen geïsoleerde uitspraken door zoekprocessen op video’s niet 100% zeker aan hoe de uitspraak in de totale context staat. Zo kan één en dezelfde uitspraak in verschillende contexten verschillende betekenissen krijgen.

Het is mogelijk om de inhoud van een video naast de video in schrift weer te geven op een website. Wanneer je de tekst opzoekt en die snel zou kunnen vinden vanwege die inhoudsopgave, is het altijd nog nodig om die tekst na te luisteren. Dat duurt veel langer dan door een geschreven tekst te bladeren via de cntr. f functie. Bovendien is het mogelijk via de combinatie van de geschreven inhoudsopgave in een verslag en de cntr. f functie heel snel op onderwerp de desbetreffende tekst te vinden. De tekst dan even doorlezen gaat veel sneller dan diezelfde frase op video afluisteren.

Conclusie
Hoe goed automatiseringsprocessen ook zijn, de taalvaardigheden van de verslaglegger blijven altijd nodig. Feit is dat het niet zo gemakkelijk is om de mensen te vinden die voldoende taalvaardigheid hebben. Ik sprak ooit een voorzitter die zei: “Ja, sorry, ik kan niet beoordelen of jouw verslagen taalkundig goed zijn, ik ben dyslectisch”.

Steeds vaker komt het voor dat taalvaardigheden ontbreken op zelfs academisch niveau. Ik doe er daarom in deze tijden goed aan, op te komen voor mijn vak. Sommige vertegenwoordigers van de overheid dichten dat vak een wisse dood toe. Ik weet het zeker. Het is nu voor de verslagleggers en voor de continuïteit in het bestuur twee voor twaalf.

De factchecking in kringen waar verslagen ertoe doen, wordt steeds noodzakelijker. Zo noodzakelijk dat je in lijsttrekkersdebatten zelfs een lijsttrekker vertwijfeld kunt horen zeggen: “[bij deze uitspraak van mijn tegenstander] is factchecking noodzakelijk. Ik weet dat niet”. Professionele verslaglegging in politieke processen leent zich niet voor het adagium: maakt niet uit of het waar is, het maakt uit of je je kiezers overtuigt”.

Professionele verslaglegging in formele besluitvormingsprocessen is de ruggengraat van het politieke bestuur. Die overlaten aan willekeur en automatisering is erger dan het kind met het badwater weggooien. Dat is de deur openzetten naar chaos en willekeur.

 
«StartVorige123456VolgendeEinde»

JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL

site-menu-rechts

   


copyright Notutekst  |  Artikel inzenden  |  Offerte opvragen